Fanfareorkest Nieuw Leven
Na 1945 moesten veel dorpen geheel of gedeeltelijk worden heropgebouwd. Het Zeeuwsch-Vlaamse Zuidzande was een van die gemeenten die zo zwaar getroffen was. Vanuit Kamerik en Zegveld, waar nauwelijks schade door oorlogshandelingen bestond, werd hulp geboden door bouwmaterialen in te zamelen die door vrijwilligers uit de beide Utrechtse gemeenten werden gebruikt om Zuidzande weer op te bouwen. Als dank hiervoor werden twee straten vernoemd naar de Utrechtse gemeenten. Nu nog zijn in Zuidzande de ‘Kamerikstraat’ en ‘Zegveldstraat’ te vinden. Niet alleen de twee vernoemde straten, maar ook een concert op Koninginnedag (31 augustus) 1946 van de Zuidzander muziekvereniging "Veronica" moest dank uitspreken voor de Kamerikse en Zegveldse hulp. Na dat concert begon in Kamerik het gemis van een eigen fanfare gevoeld te worden. Het waren Gert van Dijk, Niek van Dijk, Jo Bestebroer, Nart Griffioen en Aart Kievit die het initiatief namen voor de oprichting van de opvolger van Advendo (Aangenaam Door Vereniging En Nuttig Door Oefening, zie afbeelding hiernaast). Het werd de op 3 oktober 1946 opgerichte fanfare, waarvoor Niek van Dijk de naam "Nieuw Leven" bedacht. In totaal meldden zich vierendertig leden aan tijdens de oprichtings- vergadering, die voorlopig nog geen gezamenlijk optreden konden geven, omdat Nieuw Leven nog geen instrumenten had. Een inzameling onder de bevolking leverde voldoende geld op om de leden die geen eigen muziekinstrument hadden te kunnen voorzien. Ook werden giften in natura opgehaald, zoals de "bliksem-piston" van veehouder Nijs Maaijen. Maaijen gebruikte de toeter om tegen etenstijd zijn knecht in het land te waarschuwen dat hij aan tafel werd verwacht. De nieuwe fanfare ging oef enen in het gemeentelokaal onder leiding van H. Gijzen uit Vinkeveen. Later was het lokaal voor de repetities niet meer beschikbaar. Aanvankelijk werd uitgeweken naar een onbewoonbaar verklaarde woning, maar ook elders werd gespeeld, onder meer in de garage van Stoof. Pas met de komst van de dorpshuizen "Marijke" en "De Schulenburch" was de fanfare definitief onderdak.
In 1949 deed Nieuw Leven voor het eerst mee aan een wedstrijd. In het Noordhollandse Huizen werden in de vierde afdeling twee eerste prijzen gehaald. Net als bij voorganger Advendo werd in het gewone nette pak gemusiceerd. Het duurde tot 1957 voor daar verandering in kwam. Kleermaker Geert Dolfing liet in zijn bedrijf een aantal zwarte broeken met zilveren biezen maken. Daarbij droegen de leden een witte pet en een wit overhemd met stropdas (zie afbeelding hierboven). Het was opnieuw Dolfing die in 1964 de aanzet gaf voor het eerste volledige uniform. Van de KLM kon een aantal tweedehands pilotenpakken gekocht worden. In zijn kledingbedrijf liet Dolfing deze omvormen tot een bruikbaar muzikantentenue (zie afbeelding hiernaast). De Kamerikers hebben het tot 1975 gedragen. Toen werd het KLM-blauw verwisseld voor het donkergroene jagerspak dat de vereniging nog steeds voert en naar aanleiding waarvan de naam "Jagerfanfare Nieuw Leven" werd. Intussen was ook een vaandel gemaakt (zie afbeelding hieronder). Het geld daarvoor werd tijdens een actie onder de plaatselijke middenstand ingezameld. Om nieuwe uniformen of instrumenten te betalen werd subsidie van de gemeente Kamerik ontvangen, maar zeker in de beginjaren moest veel geld door eigen acties worden opgebracht. Collecteren was een mogelijkheid, spelen in de verschillende delen van de gemeenten en daarbij geld ophalen, een andere. Daarnaast werden diverse werkzaamheden aangenomen, onder meer assisteren bij de bouw van een woning aan de Eikenlaan, om de verenigingskas te spekken. Aanvankelijk zeer winstgevend was de autocross, die vanaf 1971 samen met het Oranjecomité gehouden werd. De recette van de cross werd gedeeld door beide verenigingen. In het begin van de jaren tachtig liep de belangstelling voor de autocross echter drastisch terug en in 1983 werd de laatste editie gehouden.
Op muzikaal gebied bleef de fanfare groeien. Het ledental nam fors toe en ook de kwaliteit van de muziek verbeterde met de jaren. Vaste dirigent bleef de eerst drie decennia H. Gijzen, tot 1978. Hij werd opgevolgd door Hans van Hees, die na het veertigjarige jubileum van de vereniging de eerste man van Nieuw Leven zou blijven. Onder beide dirigenten werden echte concerten in de dorpshuizen of de open lucht gegeven. Daarnaast waren er de loop-optredens door alle delen van de gemeente, waarbij onder aanvoering van de tamboer-maître werd gespeeld. Ter gelegenheid van het veertig jarig bestaan gaf Nieuw Leven een aantal zomerconcerten, zowel in het dorp als aan de Kanis. Bij het grote jubileumconcert in De Schulenburch", op 4 oktober 1986, stonden beide dirigenten voor het orkest. Voor de uitvoering van het concert voor trompet en fanfareorkest van Ted Huggens bespeelde Van Hees de trompet en Gijzen dirigeerde nog één maal. Kort na dit jubileum werd Hans van Hees opgevolgd door Freddy Grin, voormalig koperblazer van het Concertgebouworkest, die op zijn beurt in 1991 plaats maakte voor Herman Wiegers.
Het vijftigjarig bestaan van Nieuw Leven werd aangegrepen om nieuwe uniformen aan te schaffen welke op 5 oktober 1996, op het jubileumconcert, werden gepresenteerd. Voor de oude uniformen werd een nieuwe bestemming gezocht. Deze nieuwe bestemming werd gevonden in Roemenië, bij een fanfare uit het Roemeense dorp Sim Bateni (zie afbeelding hierboven). De broeken waren soms te lang, de mouwen niet op lengte, maar het korps was erg trots op de ‘nieuwe’ uniformen.